Wat zeg jij wanneer iemand je vraagt “Zeg wat doe jij eigenlijk?” Vertel je een heel verhaal? Begint er – zoals bij mij in het verleden – een soort vrolijke mix van gestamel, ehhh’s en hier en daar best wat mooie zinnen? Of heb jij een strak verhaal? Mijn vrolijke gestamel was niet echt effectief of bruikbaar. Helemaal niet wanneer ze je vragen om in 1 minuut je verhaal te doen. Wat mij gebeurde toen ik in 1 minuut mijzelf en mijn bedrijf moest voorstellen deel ik graag met je.

Wat zou ik vertellen?
Mijn fysieke en mentale dagstart is een stevige ochtendwandeling terwijl ik een luisterboek aan heb staan. Een paar weken geleden hoorde ik een schrijver vertellen dat je altijd voorbereid moet zijn op het geven van een stadion-pitch. Een wat? Hij legde het uit: stel je voor dat je op het podium staat van een groot en tot de nok
gevuld stadion. Je krijgt de kans om te vertellen wat je doet. Hij legde het zo duidelijk uit dat ik me al op zo’n podium waande. Wat zou ik dan vertellen?

Je opdracht: iedereen moet het interessant vinden
“Eén ding weet je zeker” – zo ging de schrijver verder – “de ideale klant zit er wel maar het publiek is breder. Jouw opdracht is dat iedereen het interessant moet vinden.” Misschien denk jij nu, hoezo moet íedereen het interessant vinden? De boodschap die in deze opdracht besloten ligt is om je uit je comfort-zone te trekken. Dat gebeurt waarschijnlijk al wanneer je op zo’n podium zou staan, maar het gaat er ook om je presentatie-skills op te rekken. Ok, mission accepted, iedereen moet het gaaf vinden.

Dat doe ik later wel #not
Eenmaal thuis van mijn wandeling schreef ik voor mezelf op: stadion-pitch maken. Ik heb een speciale lijst voor to do’s die wel belangrijk zijn, maar geen hoge prioriteit hebben: de dat-doe-ik-later- lijst. Twee dagen later sprak ik iemand die mij uitnodigde voor een netwerkbijeenkomst. “Oh ja” zei ze, “iedereen stelt zich bij ons voor in een 1-minuut-pitch”. Ik had nog vijf dagen en plande de voorbereiding de middag voor de-dag-die-je-wist-die-zou- komen, de to-do ging van de ene naar de andere lijst, naar de werkplanning.

Paniek 1
Iets later dan ik verwacht had ging ik de dag voor de pitch aan de slag met mijn verhaal. Het was een gekke week geweest, veel drukker dan verwacht en de telefoon niet stil. Mijn planning was uitgelopen en later dan ik gepland had ging ik aan de slag met de pitch. Iets na vijven begon ik. Dat voelde toen nog prima want ik voelde
me er zeker over. Ik schreef de pitch, de printer rammelde mijn tekst op papier, ik droeg de inhoud aan mijn denkbeeldige publiek voor terwijl de timer meeliep. So far so good. Totdat ik naar de timer keek. Ik had verwacht dat ik er zo’n 1,5 minuut over had gedaan. De timer stond op 212 seconden. Ik was drie-en-een-halve minuut aan
het woord geweest. Help ende paniek!

Je moet een 10 halen
Ik keek nogmaals op de klok, nu voor de tijd. Het was ondertussen ook 18 uur geweest en dat is toch echt het moment dat in ieder geval de rest van het gezin wel iets lust. Printje mee naar huis, snel wat koken en tussendoor die tekst inkorten. Als schrijven schrappen is, dan is een pitchtekst schrijven krassen. Hele stukken tekst verdwenen en voor mijn gevoel bleef er niks van mijn mooie verhaal over. Mijn jongste zoon kwam helpen koken en informeerde naar mijn bekraste stuk papier. Hij vond het amusant dat ik ook eens iets onder druk moest presteren – “Is dus een soort van spreekbeurt en daar moet je eigenlijk een 10 voor halen”. Mooie
samenvatting, de lat lag inderdaad hoog. Het was weliswaar niet voor een echt stadionpubliek maar ik had onbewust besloten dat dit ‘m zou worden, mijn stadionpitch.

Paniek 2
Belangrijk bij een pitch, helemaal wanneer je maar een minuut hebt, is dat het een superstrak verhaal is. Na veel schrappen stond het er, mijn stadionpitch. Ik was trots . Die avond oefende ik de tekst totdat ik ‘m uit mijn hoofd kende en die timer niet over de 60 seconden schoot. Ik was er klaar voor. De volgende dag was de bijeenkomst. Iedereen – een kleine 30 deelnemers – moest pitchen en iedereen werd
getimed. Een snerpende bel gaf aan dat je tijd op was. Na ongeveer 20 pitches was het mijn beurt. Nou, ik was goed voorbereid en daar ging ik. Met verve droeg ik uit mijn hoofd mijn pitch voor. Trrrrringgg! Wat? De bel ging terwijl ik nog niet klaar was. Ik voelde een enorme afgang. De laatste 3 zinnen kon ik niet meer doen waardoor ik
kon mijn verhaal niet kon afronden. De rest van de bijeenkomst zat ik er op het oog rustig bij maar in mij woede een storm van weer paniek: ik voelde me een sufferd.

En toen gebeurde het
Na afloop wilde mijn zoon weten of het goed gegaan was. “Heb je een 10 gehaald mam?” “Nee gozer, een vette onvoldoende.” Ik kreeg een dikke knuffel van hem, de lieverd. Uiteraard bedankte ik de dame die mij had uitgenodigd. En toen gebeurde het. Haar reactie was: “Wat kan jij goed pitchen zeg! Wil je voor mij twee keer
waarnemen en namens mij pitchen?”. Huh? Zo, die had ik niet verwacht. Bleek dat mijn pitch dus inderdaad een strak verhaal was, zelfs zonder die laatste zinnen. Van teleurstelling ging ik naar een blij-ei-moment. Mijn lat lag weer eens ouderwets hoog en al het krassen, strepen en oefenen was niet voor niks geweest.

Hoe ik mijn pitch heb opbouwd heb ik in een #FreeFriday-masterclass uitgelegd die je kan bekijken via deze link of door op onderstaande afbeelding te klikken.

 

 

Maak ook jouw pitch. Schrijf zelf die 1-minuut-pitch. Zoals de schrijver al zei, het is een onderdeel van je standaarduitrusting en je weet maar nooit wanneer je ‘m nodig hebt 😉

Groet van Laura

Published On: augustus 12th, 2022 / Categories: Geen categorie /